93 sinónimos encontrados en 26 grupos
  1. 1
    Significado: staande houden
    stellen suggereren volhouden voorwenden zeggen beweren
  1. 2
    Significado: noemen
    aanspreken bestempelen opsommen
    vernoemen zeggen benoemen
  2. 3
    Significado: opmerken
    zeggen te berde brengen
  3. 4
    Significado: beweren
    stellen suggereren volhouden
    voorwenden zeggen staande houden
  4. 5
    Significado: uiten
    opperen slaken uitdrukken
    uitspreken zeggen spreken
  1. 6
    Significado: getuigenis
    uitspraak zeggen verklaring
  2. 7
    Significado: bekendmaken
    beweren stellen zeggen verklaren
  3. 8
    Significado: opperen
    slaken spreken uitdrukken
    uitspreken zeggen uiten
  4. 9
    Significado: aanduiden
    uiten verwoorden weergeven zeggen uitdrukken
  5. 10
    Significado: laten weten
    zeggen waarschuwen
  6. 11
    Significado: uitdrukken
    aanduiden uiten weergeven zeggen verwoorden
  7. 12
    Significado: meedelen
    verzekeren zeggen vertellen
  8. 13
    Significado: aanmerken
    verwijten zeggen
  9. 14
    Significado: beloven
    toezeggen zeggen
  10. 15
    Significado: beduiden
    betekenen bewijzen inhouden zeggen
  11. 16
    Significado: menen
    oordelen stellen vinden zeggen
  12. 17
    Significado: bevelen
    gebieden opdragen zeggen
  13. 18
    Significado: aannemen
    veronderstellen zeggen
  14. 19
    Significado: voorschrijven
    voorschrijven zeggen
  15. 20
    Significado: verklaring
    getuigenis uitspraak zeggen
  16. 21
    Significado: rondvertellen
    vertellen zeggen fluisteren
  17. 22
    Significado: zeggen
    zeggen luiden
  18. 23
    Significado: waarschuwen
    zeggen laten weten
  19. 24
    Significado: aanspreken
    benoemen bestempelen opsommen
    vernoemen zeggen noemen
  20. 25
    Significado: fluisteren
    zeggen mompelen
  21. 26
    Significado: te berde brengen
    zeggen opmerken

Palabras similares a zeggen

ᐅ Todos los sinónimos para zeggen | Significados y palabras similares

Sinónimos anteriores y posteriores a zeggen

  • zegenen
  • zegening
  • zegenrijk
  • zegenwens
  • zegepraal
  • zegepralen
  • zegepralend
  • zegetocht
  • zegevieren
  • zegevierend
  • zeggen
  • zeggenschap
  • zegsman
  • zegswijze
  • zeikerig
  • zeil
  • zeilboot
  • zeildoek
  • zeilen
  • zeiljacht
  • zeilschip